Winter- en zomer plafondventilator

In de Verenigde Staten, zo rond de negentiende eeuw, werden de eerste plafondventilatoren gefabriceerd. De allervroegsten werkten op waterkracht, maar in 1882 werd door Philip Diehl een elektrische plafondventilator uitgevonden.
Bij een plafondventilator denken de meeste mensen aan verkoeling. De plafondventilator wordt echter sinds zijn uitvinding ook gebruikt voor verwarming. Naast deze beide functies heeft een plafondventilator de laatste jaren een decoratieve functie meegekregen. Denk daarbij aan een nostalgische of futuristische uitstraling of aan een plafondventilator uitgerust met een lamp. Uiteraard is de plafondventilator de laatste jaren (vooral sinds WO II) aan veel innovaties en veranderingen onderhevig geweest. Ze zijn nu in te stellen op (meestal) drie standen, worden geleverd met een afstandsbediening en de draaisnelheid wordt ook steeds hoger.
De hedendaagse plafondventilator is uitgerust met een motor die twee kanten op kan draaien. In de zomer zet u de ventilator in de blazende stand. De draaiing van de bladen is dan zodanig dat de lucht naar beneden wordt geblazen. Dit zorgt uiteraard voor een verkoelend effect. Het is echter ook mogelijk om de plafondventilator in een zuigende stand te zetten. Nu zal de draaiing van de bladen ervoor zorgen dat er koude lucht wordt aangezogen. Hierdoor wordt de warme lucht verdreven en via de wanden van de ruimte naar beneden getransporteerd. De uiteindelijke effecten hangen samen met een aantal factoren. Zo is het van belang dat de plafondventilator goed gemonteerd wordt. De bladlengte en oppervlakte van de bladen is belangrijk en natuurlijk ook de draaisnelheid. Een veel voorkomend misverstand is dat de meeste mensen denken dat een plafondventilator met vijf of zes bladen beter is dan eentje met vier bladen. Niets is echter minder waar. Plafondventilatoren met vier bladen zijn het meest functioneel, omdat er voldoende ruimte tussen de bladen zit en er dus voldoende lucht wordt aangezogen om de luchtstroom op gang te houden.